Soms vraag ik me af: ben ik wel leuk genoeg, goed genoeg, interessant genoeg, mooi genoeg? Heb ik wel genoeg vrienden? Ga ik wel genoeg langs bij mijn familie? Help ik wel genoeg mensen die hulp kunnen gebruiken? En ook als ik denk ‘Er zijn wel belangrijker problemen in de wereld,’ komt al snel de vraag op: zit ik daar wel genoeg mee? Ik ga zo snel weer over tot de orde van de dag. Kortom: Ben ik wel goed genoeg?
En dan helpt het niet als een vriend of mijn moeder me zegt dat ik goed genoeg ben – dat is fijn, maar die doen dat vast sowieso uit vriendelijkheid – ik wil weten of ik echt goed genoeg ben.
In het boek The Every geeft een computerprogramma je een antwoord op die vraag. Dat past bij de wereld van computers en data waarin wij leven. Vroeger leefden mensen in een wereld vol goden. Hoe zouden deze vragen er dan uit zien? Je zou willen dat God zelf het was die je zei dat je goed genoeg was. Je zou willen dat die standaarden van leuk, goed, mooi genoeg, niet zo belangrijk meer voor je zijn – dat je andere standaarden hebt. Je zou iemand willen die je helpt om tegen de druk van die standaarden in te gaan. Je zou willen dat die standaarden weg zijn, zodat je vrij kunt leven – niet om dan het tegenovergestelde te gaan doen, maar om er vrede mee te hebben zo leuk en goed te leven als het jou gegeven is, zonder daarover in te hoeven zitten. Je zou willen dat narigheid en tegenslag je niet zo van streek maken, maar dat je het kunt accepteren of gebruiken misschien wel, als gelegenheid te oefenen in vrij zijn.
Dit is precies hoe Paulus spreekt over de blijde boodschap van Jezus Christus in zijn brief aan de Romeinen. Laten we die brief deze zomer eens herlezen. Met allerlei beelden vertelt Paulus over het nieuwe, vrije leven, het goede nieuws dat hij verkondigt. Hij vertelt van een leven waarin je niet langer in de knoop hoeft te zitten met de vraag ‘Ben ik wel goed genoeg?’
ds. Hermen Kroesbergen
Deze overweging komt uit Wegwijs juli-augustus 2023