Je doet je ding, je zet je in, en iets houdt je gaande. Je weet ook niet goed waarvandaan en waarheen, en zolang je bezig bent, maakt dat ook niet uit. En soms zit je dan even in de kerk, in de aanwezigheid van dat mysterie; het geeft je geen antwoorden en eigenlijk zit je daar ook niet op te wachten, maar je weet weer even: ‘Het is niet voor niks’, ‘Het doet ertoe’.
Je weet niet hoe – en als je het wel zou weten, zou het ook geen mysterie meer zijn, zou het niet groot genoeg zijn om alles te dragen. Maar toch is er de zekerheid, het houvast, dat er meer is dan het je best doen van dag tot dag.
Ik voor mij druk dat mysterie uit met uitspraken als ‘God ziet het’ of ‘God heeft een plan’. Sommigen hebben moeite met zo’n persoonlijk beeld van God: als er een God is met een plan, waarom overkomt mij dan dit?
Op zulke vragen heb ik ook geen antwoord. Voor mij zegt ‘God ziet het’ of ‘God heeft een plan’ niet dat er een persoon ‘God’ is met een verrekijker en een opschrijfboekje, die ik zou kunnen vragen naar zijn plan. Maar betekent dat er iets boven mij en mijn controle uitgaat en dat ik daar een persoonlijke relatie mee aan kan gaan.
Andere uitspraken, zoals ‘Het woord “god” gaat over je naasten helpen en de liefde tussen mensen’, wekken voor mij teveel de suggestie dat ik kan snappen hoe het zit.
Ik ga vooral naar de kerk vanwege wat ik niet snap. Niet ik snap het, maar God snapt het; niet ik zie hoe het zit, maar God ziet het; niet ik weet waar het heengaat, maar God heeft een plan.
En ik vind het fijn dat ik op zondagmorgen samen met anderen, of op momenten dat ik bid alleen, even bij Hem mag zitten.
Hermen Kroesbergen
Deze overdenking verscheen in de meest recente “Wegwijs”